Duim- vinger- en/of speenzuigen

Veel kinderen duimen of zuigen wel eens op hun vinger(s) of speen. Er is dan sprake van afwijkend mondgedrag. Het duimen of zuigen heeft een negatieve invloed op de stand van de tanden en de vorm van de kaak en het gehemelte. Daarnaast zal de kracht van de spieren in en rond de mond afnemen. De spieren verslappen soms zodanig dat mondademen, open mondgedrag, een incorrecte articulatie en afwijkend slikken ontstaat.

Bij incorrect articuleren kunt u denken aan het praten met de tong tussen (interdentaal) of tegen (addentaal) de tanden (in de volksmond: slissen).

Speenzuigen heeft hetzelfde effect als duimen en vingerzuigen. Speenzuigen is goed tot de leeftijd van ongeveer 3 maanden.

Wat doet de logopedist?

Ik onderzoek in welke situaties uw kind zuigt op duim, vingers of speen. Daarnaast geef ik uitleg over de gevolgen van het zuiggedrag en help ik uw kind deze gewoonte af te leren. Ik reik hulpmiddelen aan om het zuiggedrag af te leren en spreek met uw kind af dat hij/zij dit gedrag niet meer mag vertonen. Daarbij houdt het kind een schema bij van het wel/niet vóórkomen van het zuiggedrag. Ik coach uw kind door, om de dag, bel- of app-afspraken te maken met uw kind.

 

Bij goed resultaat ontvangt het kind een diploma (als uw kind daar de leeftijd voor heeft).

In mijn praktijk hangt een poster waarop kinderen hun naam mogen schrijven als zij al lange tijd niet meer zuigen op duim, vingers of speen. Het opschrijven van de naam is dan een belofte deze gewoonte niet meer op te pakken.

In mijn praktijk zijn kinderen na gemiddeld twee weken, van het duimen, vingerzuigen of speenzuigen af. Daarna kan gewerkt worden aan verbetering van de spierfunctie. Eerder niet.